Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Schroomt u [57]vanwege het zwaard; want [58]de grimmigheid is [over] de misdaden des [59]zwaards; opdat gij weet, dat er [60]een gericht zij. 57. Hebreeuws, van het aangezicht des zwaards. Hij noemt een soort der straffen, voor alle, welke van God over de onboetvaardigen gezonden worden. 58. Versta, de grimmigheid Gods, welke zich openbaart over de ongerechtigheden der mensen; Rom.1:18. Zie 2 Kron.28:13. Anders, [zulke] grimmigheid, te weten, als de vrienden van Job tegen Job openbaarden [is een] der misdaden van het zwaard, of brengt mede de straffen van het zwaard. 59. Dat is, die het zwaard of enige andere straffen verdienen. 60. Te weten, bij God, die de zonden straft in dit leven, of in het toekomende, of in beide.